Mijn foto
Naam:
Locatie: Belgium

imagineer, creative consultant, auteur

17 september, 2006

De misnoegde bron

"Je kunt de stroom niet ondergronds houden", zei de boom tot Oenone.
De riviernimf zweeg. Ze begreep dat de boom gelijk had, maar wou er niet over praten. Ze wist dat ze te gemakkelijk overreed zou worden, maar zag er het nut niet van in. Als ze de stroom weer losliet, zouden de keien, de dammetjes, de waterschoepen en bochten het water toch weer fnuiken. Tot dusver was het altijd zo geweest. De bewoners van het dorp gebruikten het stroompje als toevoer van een dorpsplas, waar het water op warme dagen ter plaatse verdampte en alleen een modderpoel achterliet.
Als dat de manier is waarop ik mag stromen, dan liever helemaal niet, had Oenone gezegd en sinds een week kwam er geen water meer uit de bron.

"Ik voel het water stijgen in je", vervolgde de boom, die met zijn wortels in de bron kon tasten. "Je tranen alleen al vormen al een stroom."
"Zwijg", beet Oenone hem toe.
"Oh, sorry, mevrouw is lichtgeraakt. Vergeef me dat ik je zelfbeklag heb doorbroken."
De boom trok een worteltje op, maar glimlachte tussen zijn blaadjes. Al was het bijtend, ze had gesproken.

Dit is geen zelfbeklag, sprak Oenone zichzelf toe. Ik reageer logisch en rationeel. Als ik hoor dat het dorp water nodig heeft, dan geef ik er hen wat. Net zoveel als ze er nodig hebben. Geen verspilling. Ik cijfer mezelf weg voor het dorp. Emotieloos help ik hen. Zoals het een lieve riviernimf betaamt. De perfecte dienares.
"Kijk naar de dorpelingen. Ze zijn compleet gelukkig. Ze hebben geen last meer van modder, en krijgen net zoveel water ze willen. Ze zijn nog nooit zo tevreden geweest."
De boom kon zich niet meer inhouden en begon te gieren.
"Kom nou, Oenone, dat meen je toch zelf niet? Jij, jezelf wegcijferen? Jij beseft maar al te goed wat er te gebeuren staat."
Oenone slikte en duizelde. Want ze besefte het inderdaad. Ik cijfer mezelf helemaal niet weg. Ik ben met een wraakactie bezig. Ze voelde hoe het water steeg in haar bron. Ze zou het nog wel enkele weken, maanden, misschien jaren kunnen inhouden. Een enorme watermassa zou ze in zichzelf verzamelen, een oncontroleerbare massa rauwe energie die de stenen van haar bron uiteen zou willen duwen. En zij zou de stenen samenhouden. Keihard, schreeuwend hard. Tot het uiterste van haar kracht.
Tot op een dag de dam verwoestend zou breken.