Mijn foto
Naam:
Locatie: Belgium

imagineer, creative consultant, auteur

17 oktober, 2006

De leeuw van Leonardo

18 juli 1500. Het is al de hele dag hondsheet geweest, maar nu weet een frisse bries de inwoners van Milaan toch weer de straat op te lokken. Niet uitbundig echter, want de stad krioelt van Franse soldaten omwille van het feest dat Louis XII vanavond geeft.
Isabelle d’Este kijkt vanuit haar kamer over het paleisplein terwijl de dienstmeisjes haar japon aan haar lichaam knopen. Ze zijn wel nog een tijdje bezig, weet Isabelle, die het prachtige kleed zelf heeft uitgekozen, wel bewust dat het enkele uren zal duren om elk stofje mooi op zijn plaats te krijgen. Ze kan dan ook niets aan het toeval overlaten. Vandaag moet ze Louis XII rond haar vinger winden. Haar Mantua hangt ervan af. Als ze hem koud blijft, dan zit ze in de problemen, want dan moet ze partij kiezen. Tegen hem - waardoor hij Mantua ongetwijfeld zal binnenvallen - of voor hem - en dan zullen de Venetianen en de Florentijnen met haar afrekenen zodra hij zijn hielen keert. Nee, zij mag niet kiezen. Hij moet kiezen.

Zij heeft alvast de troeven in eigen handen, want toen Louis bekend maakte dat hij een feest gaf om zijn overwinning op Milaan te vieren, heeft ze meteen aangeboden om de organisatie voor hem te verzorgen. Een voorstel waar hij maar al te graag op inging, want de plaatselijke bevolking wou niet samenwerken met zijn hofhouding.
Gelukkig kent Isabelle het paleis als geen ander. Jaren heeft ze een verhouding gehad met Lodivico, de vorige heerser, en vele kamers zijn niet alleen in haar hoofd, maar ook in haar rug gegrift, lacht ze vaak.

De hele week al zijn haar mensen bezig met de voorbereidingen. De ingrediënten voor de heerlijkste gerechten worden door de straten naar het paleis gebracht, tonnen wijn rollen vanuit Mantua de poorten binnen, en haar meest verfijnde knechten zijn al dagen bezig met de versiering van de centrale zaal onder leiding van haar Leonardo. Een schrandere kerel, pienter, vol goede ideeën en met een heel eigen flair.
Toch vraagt ze zich af of dit niet haar fout zal blijken te zijn. Die Leonardo is wel vindingrijk en fijngevoelig – een vrouw met een baard, denkt ze wel eens – maar is hij wel betrouwbaar? Hij slooft zich zo erg uit om haar zijn toegewijdheid te bewijzen, dat ze eraan begint te twijfelen. Zo heeft hij haar al die eerste maanden een warmwaterleiding gegeven in haar badkamer en is hij begonnen met een fraai schilderij waar ze behoorlijk flatterend opstaat. Zelf vind ze dat het niet helemaal gelijkt – zo knap is ze niet – maar ze is wel gecharmeerd wanneer hij boos argumenteert waarom ze wel zo mooi is. Dan neemt hij met zijn zachte vingertoppen haar kin vast en schetst hij met de wijsvinger van zijn andere hand de symmetrie op haar gelaat. Onbeschaamd en aanmatigend, maar heel aangenaam.
Ze lacht wanneer ze eraan terugdenkt, maar zodra ze de kleimassa op het plein ziet, betrekt haar gezicht weer. Leonardo was niet zomaar naar haar toegekomen. Hij was gevlucht uit Milaan, woedend en huilend, omdat die Fransen zijn meesterwerk, zijn model voor het Sforza-standbeeld als oefenschijf hadden gebruikt. De eerste dagen na zijn aankomst had ze de gevoelige kunstenaar moeten troosten terwijl hij Louis XII vervloekte. En nu had ze hem gevraagd om diezelfde Louis te helpen verleiden met zijn kunst.
Oh, hij was wel degelijk verrast geweest, maar ze had in zijn ogen gezien dat hij de uitdaging gretig wou aannemen. Verleiden met de kunst van de decoratie. Dat had niemand hem tot nog toe gevraagd, vermoedde ze, en hij nam de handschoen op. Diezelfde avond al was hij met schetsen afgekomen, maar zij had één van haar meest beproefde tactieken bovengehaald: ze had gezegd dat ze hem vertrouwde en dat hij de schetsen niet moest tonen. Mannen als Leonardo hebben een eergevoel en daarop spelen werkt sterker dan bevelen. Ze had al vaker over zijn mislukkingen gehoord, maar ze wist ook dat de opdrachtgevers hem in die gevallen steeds hadden willen dwingen. Mannen zeggen dan misschien dat ze vrouwen niet begrijpen, maar ze begrijpen mannen al evenmin.
En toch twijfelt ze. Vooral nu ze hier in Milaan zelf staat en ziet wat de Fransen hebben aangericht. Zal Leonardo toch niet stiekem wraak willen nemen? Al is het maar in het decor. Al is het maar door schilderijen en taferelen te creëren die nogal beledigend zijn voor het Franse hof. “Nee, dat kan niet”, beseft ze, “ik heb hem verteld over het belang van de avond en de kunst van het verleiden. Hij zal me niet in de steek laten. Ik moet me bezighouden met mijn taak.” En ze draait zich om naar de meisjes.
“Zijn we klaar?”
De meisjes stralen. Hun vorstin ziet er weergaloos uit in die rijke japon met zijde, kant en fluweel. Leonardo heeft gelijk. Ze is een mooie vrouw.

Wanneer ze enkele uren later met Louis XII de zaal binnenschrijdt, is ze in de wolken. Leonardo heeft zichzelf overtroffen. Hij heeft de zaal herschapen tot het Paradijs, de overwinning van de liefde op de chaos. Er staan prachtig versierde olijfbomen, beelden van faunen en feeën en vooral zie je er taferelen van vriendschap en verzoening. Hoe Leonardo het voor elkaar heeft gekregen om Franse en Milanese soldaten samen te laten zingen is haar een raadsel, maar ze merkt dat Louis danig onder de indruk is.
Maar dan raakt ze gealarmeerd.Op enkel meter voor de stoelen van Louis en haarzelf heeft Leonardo de beelden van een leeuw en een lam neergezet. Een mooie vondst op zich, weet ze. Louis zal het waarderen een leeuw genoemd te worden en zelf wil ze wel de rol van het kwetsbare wicht op zich nemen. Dat past in haar plan. Alleen is ze verontrust door de leeuw. Ze kent de tekening uit zijn militaire schetsboek. Hij heeft haar verteld hoe je met kruit en hagel een moordpartij kunt aanrichten met zo’n beest. En het staat recht op Louis gericht.
Ze merkt dat ook Louis zenuwachtig om zich heen kijkt. Ook hij kent de reputatie van het ontwerp blijkbaar. Zijn wachten komen wat dichter bij hun meester staan. Dat geeft voor haar de doorslag. Ze moet Leonardo nu wel vertrouwen en ze besluit Louis te overtuigen. Vastberaden stapt ze met hem naar hun zitplaats, waar ze zijn arm even loslaat om de stoelen wat te verplaatsen. Het lijkt alsof ze gewoon de stoel voor de Franse vorst klaar zet, maar Louis heeft meteen door wat ze doet. Hij kijkt haar in de ogen wanneer ze zich opricht en knikt goedkeurend. Ze heeft beide stoelen een halve meter opgeschoven, waardoor ze nu samen in de muil van de leeuw kijken. Ook hij vertrouwt, en met een licht handgebaar stuurt hij zijn wachten weer naar achteren.